
Plantagehouder Gaspar van Breugel maakte in 1824 op zijn plantage Clifford Kocqshoven een feest van tot slaaf gemaakten mee, dat overging in een wintiritueel. Drie dagen en nachtenlang werd er muziek gemaakt en gedanst. Hierdoor geïnspireerd liet hij een setje miniatuurinstrumenten en zes poppen maken, die de danseressen voorstelden. Over de vrouwen schreef hij dat zij “als een staalboek gekleed” gingen. Hij gaf deze poppen aan zijn dochter en nichtjes om mee te spelen. Zijn idee om hiermee te laten zien hoe goed zijn totslaafgemaakten gekleed gingen, klopte in werkelijkheid niet: het was bijzondere kleding voor speciale gelegenheden.